Al meer dan 100 jaar gaat de geschiedenis van meubelfabrikant Gispen terug in de tijd. Deze magische mijlpaal werd bereikt in 2016 en dat ging niet ongemerkt voorbij: er werd onder meer teruggeblikt met de tentoonstellingen ‘Gispen Specials – De klant is koning’ in het Boymans van Beuningen in Rotterdam en met ‘Lang leve Gispen – een leven lang Gispen’ in het Elisabeth Weeshuis Museum in Culemborg en deze werd vergezeld van een ‘Culemborgse Voetnoot’.
Ook op televisie was aandacht voor het eeuwfeest: Omroep Gelderland maakte een item over 100 jaar Gispen-design in Culemborg. Op RTV Rijnmond werd conservator Minke Thomas Simon geïnterviewd over de tentoonstelling ‘Gispen Specials – De klant is koning’. Meer informatie over deze jubileumtentoonstelling ziet u ook in deze korte documentaire.
Maar het is niet alle dagen feest! Krijg in het overzicht hieronder een globale indruk van de diverse belangrijke gebeurtenissen uit meer dan 100 jaar Gispen!

1916
Oprichting Kunstsmederij W.H. Gispen & Co.

De wortels van Gispen liggen in Rotterdam, waar industrieel ontwerper W.H. Gispen op 4 september 1916 aan de Coolsestraat zijn bedrijf opende: de Kunstsmederij W.H. Gispen & Co. Gispen neemt voor
f 250,- een kleine smederij over en daarmee sticht hij het bedrijf dat zou uitgroeien tot een toonaangevende meubelfabriek en inrichter van kantoren.
Het personeel bestaat in 1916 uit één man en één jongen en het machinepark omvat een smidse met een blaasbalg, een aambeeld en een oude boormachine en enig eenvoudig gereedschap. In de beginjaren legt het bedrijfje zich toe op het maken van kunstsmeedwerk en lichtbakken.
1919
Gispen’s Industrieele Ondernemingen

In 1919 is het bedrijfje uitgegroeid tot een fabriek. De naam van ‘W.H. Gispen & Co’ wordt veranderd in ‘Gispen’s Industrieele Ondernemingen’ en de firma verhuist van de Coolsestraat 27a in Rotterdam naar de Voorhaven 101. Hier worden het kantoor – dat zich tot die tijd op het privé-adres van W.H. Gispen bevond – en de fabriek samengevoegd. Aan de voorhaven begint Gispen – als eerste in Nederland – met het vervaardigen van metalen winkelpuien.

1921

In 1921 wordt de naam van de fabriek wederom veranderd en heet het bedrijf ‘Gispen’s Fabriek voor Metaalbewerking’.

1926
Introductie
Giso lamp

In 1926 introduceerde Gispen met de Giso lampen een heel nieuwe vorm van verlichting in Nederland. De Giso lampen waren gemaakt van kristalglas dat was overtrokken met een heel dun laagje opaalglas. Het ‘Giso glas’ liet meer en bleker licht door dan het gangbare melkglas. Dit betekende meer lichtrendement, economischer energieverbruik en het voorkomen van verblinding. Met de Giso lampen speelde Gispen handig in op de elektrificatie van Nederland gedurende de jaren twintig. De gloeilampen van metaaldraad waren kort na de Eerste Wereldoorlog geperfectioneerd. Deze nieuwe gloeilampen gaven – in tegenstelling tot de kooldraadgloeilampen van voor de Eerste Wereldoorlog – erg fel licht zodat een goede blindering noodzakelijk was. De Giso lampen voorkwamen verblinding. Een ander belangrijk aspect van de Giso lampen was de standaardisatie: door het steeds anders combineren van standaardonderdelen kon met een beperkt aantal basisvormen een grote variatie aan lampen worden gemaakt.
1927
Presentatie eerste
buismeubel

In 1927 nam Gispen deel aan de tentoonstelling Die Wohnung in Stuttgart, een expositie die werd georganiseerd door de Deutsche Werkbund. De coördinatie van de tentoonstelling was in handen van de modernistische architect Ludwig Mies van der Rohe. Gispen was in Stuttgart aanwezig met een stand Gisolampen en leverde tevens lampen voor de eensgezinswoningen die architect J.J.P. Oud ontwierp voor de Wiessenhofsiedlung, een modelwijk die onderdeel was van de tentoonstelling. Zijn bezoek en deelname aan de expositie in Stuttgart was de doorbraak van W.H. Gispen als modernistisch ontwerper. Geïnspireerd door de tentoonstelling in organiseerde W.H. Gispen voor het culturele genootschap ‘De Rotterdamsche Kring’ een expositie onder de titel ‘Het kunstloze gebruiksvoorwerp’. Op de expositie in Rotterdam presenteerde Gispen anonieme gebruiksvoorwerpen en zijn eerste stalen buismeubel. Gispen plaatste zijn diagonaalstoel op een diagonale lijn met een beugelstoel van de architect en meubelmaker Gerrit Rietveld en een achterpootloze stoel van Mies van Rohe. De stoel van Mies van der Rohe had W.H. Gispen op de tentoonstelling in Stuttgart gezien.

1934
Verhuizing naar Culemborg

In 1934 verhuisde de firma Gispen van Rotterdam naar Culemborg. Omdat het bedrijf zich sterker richtte op de productie van seriemeubelen was de fabriek aan de Voorhaven in Rotterdam te klein geworden. De directie van het bedrijf had aanvankelijk geprobeerd om in Rotterdam-Zuid een geschikte locatie te vinden. Moeilijkheden met het Gemeentebestuur over een voor het transport noodzakelijke brug leidde ertoe dat de directie van Gispen ook elders in het land op zoek ging. In Culemborg kon Gispen de fabriekshallen van een failliete metaalwarenfabriek overnemen. Met het oog op het transport van de meubelen was een vestiging in het centrum van Nederland een verstandige keuze.
1916 – 1920 | 1921 – 1925 | 1926 – 1930 | 1931 – 1935 | 1936 – 1940 |
1941 – 1945 | 1946 – 1950 | 1951 – 1955 | 1956 – 1960 | 1961 – 1965 |
1966 – 1970 | 1971 – 1975 | 1976 – 1980 | 1981 – 1985 | 1986 – 1990 |
1991 – 1995 | 1996 – 2000 | 2001 – 2005 | 2006 – 2010 | 2011 – 2015 |
2016 – 2020 |