Hoogleraar architectuur TU Delft / voorzitter CvA
“Mijn werk als architect doe ik vanuit het besef dat meubel, gebruiksvoorwerp en ruimtevorm een krachtige synthese kunnen vormen. De vormgeving van het interieur is een integraal bestanddeel van de architectuur; niet te scheiden van het ontwerp van de gevel of de ruimtelijke organisatie. Dat heeft betrekking op de detaillering en het materiaalgebruik, maar het interieur is ook het platvorm waar industrieel ontwerp en architectuur elkaar ontmoeten. Dat zie je in sublieme vorm in het Raadhuis van Hilversum van de architect Dudok, waar Gispen met zijn meubels en objecten belangrijk aan bijdroeg. En natuurlijk in Huis Sonneveld in Rotterdam. Als hoogleraar architectuur in Delft heb ik me er altijd sterk voor gemaakt dat architecten het terrein van de produktontwikkeling en industriële vormgeving verkennen en deze in relatie tot de architectuur leren zien. Gispens meubelen voegden en voegen zich naadloos in architectuur van kwaliteit, met als belangrijk extra aspecten: een grote mate aan comfort en duurzaamheid. Het zít gewoon goed, het blijft gewoon goed. Daarom wil ik me van harte inzetten voor de instandhouding van Gispens prachtige erfgoed, daar kunnen we van leren”.